Peuter | Sociale ontwikkeling: omgaan met anderen

Peuters leren veel sociale vaardigheden. Zoals rekening houden met anderen, samen spelen en nog veel meer. Om dat te kunnen, moet je kind leren om gevoelens te herkennen, te begrijpen en ermee om te gaan. Als ouder is het belangrijk je kind hier veel over uit te leggen en het goede voorbeeld te geven.

Wat is sociale ontwikkeling?

In de eerste levensjaren leert je kind veel over contact maken met anderen. Dat noemen we de sociale ontwikkeling. Ook leert je kind veel over het omgaan met gevoelens. Gevoelens en sociaal contact hebben veel met elkaar te maken. Daarom hebben we het ook vaak over de sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij de emotionele ontwikkeling gaat het vooral om het leren kennen van eigen gevoelens en het herkennen van de gevoelens van anderen. De sociale ontwikkeling gaat over het aanpassen van je eigen gedrag in het contact met anderen.

Wat leert een peuter in de omgang met anderen?

Tussen 2 en 4 jaar leren kinderen belangrijke dingen over het omgaan met anderen.

Rekening houden met anderen

Kinderen van 2 jaar krijgen belangstelling voor elkaar. Ze beginnen te merken dat anderen ook eigen gedachten en gevoelens hebben.

Kinderen van 3 jaar worden zich stapje voor stapje meer bewust van wat andere kinderen voelen, bijvoorbeeld of ze iets wel of niet leuk vinden. Ook proberen ze elkaar al een beetje te helpen en vriendjes te worden. Maar als zij iets leuk vinden, denken ze vaak dat anderen dat ook leuk vinden. Ze begrijpen nog niet goed dat dit kan verschillen.

Kinderen van 4 jaar houden al wat meer rekening met elkaar en reageren duidelijker. Ze begrijpen ook steeds beter dat anderen iets anders kunnen denken of voelen dan zij zelf.

Zich houden aan regels

2-jarigen zijn nog erg op zichzelf gericht en hebben nog niet zo goed door dat andere kinderen ook gevoelens en behoeftes hebben. Daardoor zullen ze bijvoorbeeld niet op hun beurt wachten of een spelletje altijd eerlijk volgens de regels spelen.

Kinderen tussen 3 en 4 jaar merken al beter hoe andere kinderen zich voelen en proberen elkaar wat meer te gunnen. Als een ander kind een spelletje niet leuk vindt, kunnen ze bijvoorbeeld voorstellen om iets anders te doen.

Delen met anderen

2-jarigen zijn nog erg gehecht aan wat ze hebben en moeten nog leren delen. Kinderen van 3 of 4 jaar delen al wat gemakkelijker hun speelgoed met elkaar.

Samen spelen

Kinderen van 2 jaar kunnen prima in dezelfde ruimte zitten en tegelijkertijd spelen, maar doen dat dan meer naast dan met elkaar. Ze gaan nog op in hun eigen spel. Vanaf 3 jaar proberen kinderen meer samen te spelen, maar dit gaat nog moeizaam. Ze willen meestal nog steeds vooral dat het andere kind meedoet met wat zij zelf aan het doen zijn. Vanaf 4 jaar gaat het samenwerken en spelen van kinderen al beter. Ze kunnen beter rekening met elkaar houden, maar hebben daar nog veel hulp bij nodig.

Aanpassen aan de verwachtingen van ouders

Tussen 2 en 4 jaar leren kinderen zich aan te passen aan wat hun ouders van hen vragen. Ze leren wat ze zelf willen combineren met wat kan en mag. Kinderen hebben daar eerst nog hulp van hun ouders bij nodig, maar gaan zichzelf steeds beter controleren. Dat zie je bijvoorbeeld aan het zindelijk worden en het luisteren naar anderen.

Wat kan nog moeilijk zijn voor je peuter?

De sociale ontwikkeling gaat bij peuters snel. Ze willen steeds meer zelf doen en bepalen, maar dat lukt nog niet altijd. Het is dus niet gek dat sommige dingen moeilijk en frustrerend zijn voor je peuter. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Wachten als ze iets graag willen hebben
  • Uitkijken en dus niet zomaar ergens naartoe rennen
  • Ermee omgaan dat andere kinderen soms iets anders willen doen

Peuters weten nog niet goed hoe ze kunnen laten merken dat ze gefrustreerd zijn over iets wat niet lukt of niet mag. Ze hebben nog niet genoeg woorden geleerd om erover te praten. Daardoor kunnen ze soms boos en brutaal worden of ineens een driftbui krijgen. Die reacties zijn normaal op deze leeftijd.

Hoe help je je peuter bij de sociale ontwikkeling?

Je geeft je kind een goede basis om zich sociaal te ontwikkelen door:

  • Je proberen in te leven in de gevoelens van je kind. Daardoor ga je de behoeftes van je kind beter herkennen en kun je er ook beter op reageren. Daarmee help je je kind om meer zelfvertrouwen te krijgen, te leren doorzetten, dingen uit te proberen en te ontdekken.
  • Te vertellen over je eigen gevoelens en de gevoelens en reacties van anderen te benoemen.
  • Het goede voorbeeld te geven. Door bijvoorbeeld te laten zien hoe je weer rustig wordt nadat je zelf ergens boos om was.
  • Te laten merken dat je van je kind houdt en er te zijn voor je kind.

Tips voor het stimuleren van de ontwikkeling van je kind

Op de volgende manieren kun je op positief bezig zijn met de sociale ontwikkeling van je kind:

  • Aandacht geven aan je kind door samen te spelen en te knuffelen.
  • Positief reageren wanneer je kind iets goed doet. Bijvoorbeeld door een aai over de bol te geven, te glimlachen of een compliment te geven. Daarbij benoem je het gedrag en geef je uitleg. Bijvoorbeeld: 'Jij wilde heel graag wat vertellen, en je hebt gewacht tot wij klaar waren met praten. Wat knap! Wat wil jij vertellen?'.
  • Voor het slapengaan samen een kort gesprekje houden over hoe de dag is gegaan, wat er leuk en minder leuk was.
  • Je kind in situaties brengen waar het contact kan maken met anderen, zodat het kan leren omgaan met leeftijdsgenoten. Bijvoorbeeld samen naar de speeltuin gaan.
  • Je kind regels aanleren voor bepaalde situaties zodat het weet wat er verwacht wordt. Je vertelt bijvoorbeeld wat je doet als je bij andere mensen thuis komt. Zo kan je kind op die momenten oefenen en krijgt het vertrouwen voor in andere situaties.

Alle ouders hebben weleens zorgen of vragen over de ontwikkeling van hun kind. Maak je je zorgen over de ontwikkeling van je kind? Blijf daar niet alleen mee rondlopen, maar:

  • Praat erover met andere ouders of met familie en vrienden. Misschien weten zij raad.
  • Vraag advies aan de leraar of pedagogisch medewerker van je kind.
  • Vraag ook advies aan je huisarts, de jeugdgezondheidszorg of het consultatiebureau. Samen kun je bekijken waardoor het komt dat je kind zich niet zo goed voelt, en wat je kunt doen om je kind te ondersteunen.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders